Nederlands kabinet steunt nabestaanden MH17 bij Europees Hof in zaken tegen Rusland
De Nederlandse staat mengt zich in twee rechtszaken die nabestaanden van Nederlandse MH17-slachtoffers hebben aangespannen tegen Rusland bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Dat heeft premier Mark Rutte (VVD) vrijdag 10 mei 2019 bekend gemaakt.
Namens een grote groep van ruim 300 nabestaanden uit diverse landen heeft het Nederlandse kernteam MH17 een klacht ingediend bij het EHRM. Mr. Maya Spetter is één van de leden van dit kernteam. Het kernteam heeft inmiddels met Malaysia Airlines minnelijke regelingen bereikt voor de nabestaanden. In 2018 hebben de nabestaanden een volgende stap gezet door het indienen van de klacht bij het Europese Hof tegen de Russische Federatie.
Inmiddels hebben twee grote groepen nabestaanden van verschillende nationaliteiten een klacht ingediend. Deze klachten zijn door het Hof samengevoegd. De grootste groep wordt in Nederland vertegenwoordigd door het Nederlands Kernteam MH17, een samenwerkingsverband van vijf advocatenkantoren.
In april 2019 heeft het Hof aan de nabestaanden laten weten dat de Russische Federatie tot 3 september 2019 de tijd krijgt om op deze klacht te reageren.
De nabestaanden beschuldigen Rusland van het neerhalen van de MH17-vlucht boven Oost-Oekraïne. Het vliegtuig was in juli 2014 onderweg van Amsterdam naar Kuala Lumpur. Alle 298 inzittenden kwamen om, onder wie 196 Nederlanders. Onderzoek wees uit dat het vliegtuig uit de lucht werd geschoten door een Russische Boek-raket. Ook zouden de Russen vervolgens internationale pogingen tot waarheidsvinding hebben tegengewerkt. De nabestaanden zeggen dat Rusland hun grondrechten heeft geschonden, door het neerhalen van het toestel van Malaysia Airlines boven Oekraïne op 17 juli 2014 en het dwarsbomen van het daaropvolgende onderzoek. Ze houden Rusland daarvoor direct of indirect verantwoordelijk, staat in de aanklacht.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens neemt dus de klachten van de nabestaanden van de ramp met vlucht MH17 in behandeling.
Nederland maakt nu gebruik van het zogenaamde recht van interventie dat het Europese Hof biedt. Een betrokken land kan de rechters zo laten weten dat het de klachtindieners steunt. Het is een ongewone stap, die volgens Rutte past „in het streven om degenen die verantwoordelijk zijn voor deze tragedie aan te pakken”.
Ook de regeringen van België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zijn uitgenodigd om te laten weten of zij gebruik willen maken van dit recht tot interventie.