Affectieschade
Sinds 1 januari 2019 hebben naasten en nabestaanden van letselschadeslachtoffers door invoering van de Wet Vergoeding Affectieschade een eigen recht op vergoeding.
Naasten en nabestaanden van ernstig gewond geraakte of overleden slachtoffers van ongevallen of geweldsmisdrijven komen door deze wet in aanmerking voor een vergoeding van hun immateriële schade: de affectieschade.
Aansluiting Nederland bij rest van Europa
Met de invoering van de wet op 1 januari 2019 kunnen naasten en nabestaanden van slachtoffers dus ook een vergoeding krijgen als compensatie voor het leed en verdriet dat zij ondervinden als gevolg van het ernstige letsel of het overlijden van hun naaste. Met de invoering van deze wet sluit Nederland eindelijk aan bij de wetgeving van andere landen binnen Europa, die het recht op een vergoeding van affectieschade al eerder bij wet geregeld hebben. De bedragen in sommige van die landen liggen overigens aanmerkelijk hoger.
Symbolisch karakter
De vergoeding van affectieschade is er niet op gericht om het leed en het verdriet van naasten of nabestaanden weg te nemen. Volgens de wet heeft de vergoeding vooral een symbolisch karakter waarmee eindelijk erkend wordt dat de naasten en nabestaanden óók iets is aangedaan.
Wie kunnen een vergoeding krijgen?
In grote lijnen komt het er op neer dat de directe familie- en gezinsleden van het slachtoffer aanspraak kunnen maken op de vergoeding. Denk hierbij onder andere aan de echtgenoten, geregistreerde partners, ouders en kinderen van het slachtoffer. Broers en zussen van het slachtoffer worden niet genoemd in dit rijtje. Zij vallen onder de hardheidsclausule die in de wet is opgenomen. Deze clausule bepaalt dat iemand in een bijzonder geval toch aanspraak kan maken op affectieschade.
Omvang van de bedragen
De omvang van de vergoeding wordt bepaald door het Besluit vergoeding affectieschade. De bedragen variëren van € 12.500 (bij ernstig letsel) tot € 20.000 (bij overlijden door een strafbaar feit). Er wordt dus rekening gehouden met de omstandigheden van het geval.
Volgens de toelichting moet het wel gaan om medisch objectiveerbare ernstige en blijvende letsels. ‘Medisch objectiveerbaar’ houdt in dat het letsel aantoonbaar, benoembaar of vast te stellen moet zijn. Een blijvend functieverlies van 70% of meer is in ieder geval ernstig en blijvend genoeg. Dit hoge percentage maakt duidelijk dat er slechts een recht op vergoeding van affectieschade bestaat bij letsel van zeer ernstige aard. Indien het letsel tot minder dan 70% functieverlies leidt, kan er in samenhang met andere gevolgen van het letsel soms alsnog een zodanig verlies of ernstige verstoring van het persoonlijk contact tussen het slachtoffer en zijn naasten of nabestaanden zijn, dat er (ook) dan sprake kan zijn van ernstig en blijvend letsel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ernstige karakter- en gedragsveranderingen of een geheel verlies van het vermogen om te praten. Ook (mentaal)letsel dat ertoe leidt dat iemand onmogelijk nog voor zichzelf kan zorgen, valt eveneens onder de kwalificatie van ernstig en blijvend letsel.
De aard van de relatie die de naaste met het slachtoffer heeft, bepaalt overigens mede de omvang van de vergoeding. Hieronder worden de vergoedingen per persoon in een simpel schema weergegeven.
Shockschade
Als iemand met een (traumatische)gebeurtenis van een naaste geconfronteerd wordt, of met de directe gevolgen daarvan en hierdoor schade ondervindt, wordt er gesproken van shockschade.
Iemand die door de overtreding van een veiligheids- of verkeersnorm een ernstig ongeval veroorzaakt, kan immers ook jegens een naaste van het slachtoffer onrechtmatig handelen. Hiervan is sprake als de naaste door het waarnemen van het ongeval of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen daarvan, een zodanig hevige schok ervaart en daardoor een in de psychiatrie erkend ziektebeeld oploopt. In de rechtspraak is vaak discussie over de vraag of aan het confrontatievereiste is voldaan. Vooral wanneer een familielid niet tijdens het ongeval of direct na het ongeval aanwezig was.
Naast de immateriële schade kan de degene die shockschade lijdt ook bijvoorbeeld verlies van inkomsten vorderen, wanneer hij niet meer kan werken als gevolg van zijn klachten.
Berekenen schadevergoeding
Het berekenen van smartengeld, vergoeding van affectieschade of shockschade is complex werk. Op welke vergoeding u precies recht heeft, is afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden. Zo kunnen de ernst van uw letsel, hoelang u last heeft van het letsel, de impact op uw sociale leven en de gevolgen voor uw werk, studie of hobby een rol spelen bij het berekenen van smartengeld. De definitieve hoogte van de smartengeldvergoeding wordt bepaald op het moment dat het slachtoffer medisch gezien is uitbehandeld. We spreken in dat geval van een medische eindsituatie. Dan wordt duidelijk welke beperkingen het slachtoffer ondervindt.
Hierboven beschreven wij al in welke gevallen recht bestaat op vergoeding van affectieschade.
Voor het berekenen van shockschade is het in de eerste plaats van belang om vast te stellen wat er precies is gebeurd en wat de persoon die shockschade lijdt, heeft waargenomen. Vervolgens moet dan de schade worden geïnventariseerd.
Contact
Wij houden ons dagelijks bezig met het berekenen van smartengeld. Wij helpen graag uw letselschade in kaart te brengen en zorgen ervoor dat u de vergoeding krijgt waar u recht op heeft. Heeft u vragen over smartengeld, vergoeding van affectieschade of shockschade of wilt u graag hulp met het berekenen van de schadevergoeding? Neem dan gerust contact met ons op.
Lees ook ons blogartikel over smartengeld bij zeer ernstig letsel: ‘Hoogte smartengeld bij zeer ernstig letsel zoals dwarslaesie en invaliditeit’.