Werken tijdens coronacrisis: zo doen we dat

Alle afspraken en besprekingen hebben de afgelopen weken via WhatsApp-beeldbellen, Skype en Microsoft Teams plaatsgevonden. Het was even wennen, maar we zijn er handig in geworden en het werkt. Het is fijn om op deze manier contact te houden met onze cliënten. We hebben een plexiglas scherm geplaatst in de spreekkamer van ons kantoor, waardoor ook onze fysieke afspraken op kantoor in beperkte mate weer kunnen plaatsvinden. We kijken samen met onze cliënten wat de beste manier is om elkaar te spreken. Als langskomen op kantoor verantwoord is, zullen we uiteraard de algemene richtlijnen van het RIVM opvolgen. Lees verder over corona en de behandeling van uw letselschade zaak

De impact van het coronavirus op uw letselschade

Het zijn bijzondere tijden. Het coronavirus heeft een grote invloed op ons leven. De regering heeft allerlei maatregelen getroffen om het virus in te dammen. Deze maatregelen hebben onvermijdelijk ook invloed op de behandeling en het verloop van letselschadezaken.

Geen huis-en kantoorbezoeken meer

In opvolging van de richtlijnen van het RIVM kunnen huisbezoeken en afspraken op kantoor niet meer doorgaan. Wij missen het persoonlijke contact met onze cliënten. Wij zijn gewend op huisbezoek te gaan om onze cliënten te spreken. Dan krijgen wij een beter en completer beeld van wat er speelt. Ook spreken wij dan vaak familieleden en soms bekijken wij huis en tuin om schadeposten te inventariseren zoals onderhoud, behoefte aan huishoudelijke hulp en voorzieningen.

Als alternatief maken wij nu gebruik van videobellen. Het is niet ideaal en fysiek contact heeft onze voorkeur, maar werkbaar is het wel.

Langer verloop letselschadezaak

Wij doen ons best uw letselschadezaak in beweging te houden. Het is echter mogelijk dat het verloop van uw letselschade onverhoopt langer gaat duren als gevolg van het coronavirus. Een letselschade dossier wordt afgerond indien sprake is van een ‘medische eindsituatie’: wanneer u (zo goed mogelijk) bent hersteld van het letsel. Veel zorg wordt nu echter uitgesteld, waardoor mogelijk uw herstel vertraagt en het bereiken van deze eindsituatie langer zal duren.

Medische informatie is van groot belang bij de beoordeling van uw letsel en voor het vaststellen van de aard en omvang van uw letselschade claim. Het aanleveren van medische informatie duurt momenteel langer dan wij gewend zijn. Artsen en behandelaren zijn ook druk en hebben minder tijd en ondersteuning om informatieverzoeken te beantwoorden.

In sommige letselschadezaken is het nodig om een onderzoek door een onafhankelijke arts te laten verrichten: een medische expertise. Deze expertise geeft bijvoorbeeld een goed inzicht of de klachten en beperkingen het gevolg zijn van het ongeval en antwoord op de vraag of uw letsel in de toekomst nog kan verslechteren. Vanwege de maatregelen omtrent het coronavirus, kunnen deze medische expertises niet plaatsvinden. Het uitstellen van de medische expertises brengt langere wachttijden voor de afhandeling van de letselschade claim met zich mee.

Wat kunt u van ons verwachten?

In de tussentijd blijven wij ons zo goed mogelijk voor u inzetten. We doen ons best de behandeling van uw letselschadezaak zo goed als mogelijk door te laten lopen.

Natuurlijk hebben we er begrip voor dat ook bij de aangesproken verzekeraar medewerkers vanuit huis werken.  Dit leidt tot vertraging en heeft invloed op de bereikbaarheid van verzekeraars. We verwachten echter dat alle partijen die betrokken zijn bij het behandelen van uw letselschadezaak hun best doen om de schaderegeling soepel te laten verlopen. Wij zullen de verzekeraars blijven benaderen en zullen wanneer nodig, om een voorschot vragen.

Wat kunt u doen?

Reguliere medische behandelingen liggen momenteel veelal stil. Wij adviseren u zoveel mogelijk thuis aan uw herstel te blijven werken. Wellicht is het mogelijk dat de fysiotherapeut u oefeningen meegeeft om thuis te doen en kunt u telefonisch in contact blijven met uw psycholoog. Daarnaast is het van belang om uw klachten en beperkingen telefonisch te blijven melden bij ons en uw behandelaar.

Vragen?

Heeft u vragen over de invloed van het coronavirus op uw letselschade? Of heeft u letsel opgelopen en nog geen letselschadeadvocaat? Neemt u dan gerust contact met ons op. Ook tijdens deze crisis staat Spetter advocaat & mediator graag voor u klaar. Wij blijven telefonisch (033-2100112) en per mail (info@spetteradvocaat.nl)  bereikbaar.

Via deze weg wil ik u oprecht bedanken voor alles wat u voor mij heeft gedaan!

Beste Maya,

Via deze weg wil ik u oprecht bedanken voor alles wat u voor mij heeft gedaan!

Groetjes Rania

 

Krijgt een uitzendkracht het loon doorbetaald tijdens ziekte of na een arbeidsongeval?

Heeft een uitzendkracht die ziek wordt, of bijvoorbeeld een arbeidsongeval krijgt, recht op loondoorbetaling door het uitzendbureau? Hierover oordeelde het gerechtshof Den Haag in hoger beroep in een uitspraak van 17 maart 2020 (ECLI:NL:GHDHA:2020:460).

Een uitzendkracht komt tijdens zijn werkzaamheden met zijn hand in een machine en loopt daardoor letsel op. Twee vingers van zijn rechterhand worden deels geamputeerd. Het uitzendbureau weigert hem loondoorbetaling en beroept zich op het uitzendbeding, een ontbindende voorwaarde die bepaalt dat de arbeidsovereenkomst van de uitzendkracht met het uitzendbureau automatisch eindigt op het moment dat de uitzendkracht ziek wordt of een arbeidsongeval krijgt en daardoor niet meer kan werken.

Het gerechtshof stelt vast dat in de wet staat dat een arbeidsovereenkomst niet kan worden opgezegd tijdens ziekte; er geldt een opzegverbod. De wet bood tot 1 juli 2015 nog de mogelijkheid om hiervan bij cao af te wijken. Hiervan is gebruik gemaakt in het desbetreffende uitzendbeding. Als gevolg van een wetswijziging per 1 juli 2015 is deze mogelijkheid om bij cao af te wijken van het opzegverbod tijdens ziekte echter vervallen. Vanaf 1 juli 2015 is het uitzendbeding bij ziekte of arbeidsongeschiktheid dan ook in strijd met de wet.

De rechtbank was in eerste aanleg nog wel uitgegaan van de rechtsgeldigheid van het uitzendbeding bij ziekte.

Deze uitspraak schept duidelijkheid voor uitzendkrachten. Ook deze hebben recht op loondoorbetaling door het uitzendbureau dat hen inhuurt wanneer zij ziek worden of uitvallen door een ongeval.

Uitspraak: Gerechtshof Den Haag ECLI:NL:GHDHA:2020:460

Start van de strafzaak inzake MH17 op 9 maart 2020

Het Openbaar Ministerie heeft medio 2019 bekendgemaakt dat zij vier verdachten wil vervolgen voor de MH17-ramp. Hierop is een Rechtsbijstandsteam (RBT) opgericht om alle nabestaanden juridische hulp te verlenen. Het RBT bestaat uit negen Nederlandse advocaten. Maya Spetter is zowel één van de leden van het opgerichte RBT als van het Kernteam MH17. 

Maandag 9 maart 2020 is bij de rechtbank Den Haag, locatie Schiphol, de strafzaak tegen de eerste vier verdachten uit Rusland en Oekraïne begonnen. Naar verwachting zal het strafproces lange tijd in beslag nemen. De rechtbank heeft tot in het voorjaar van 2021 een groot aantal zittingsdagen gereserveerd voor het proces. De verdachten worden vervolgd voor het neerhalen van vlucht MH17 en de moord op alle 298 inzittenden en het laten verongelukken van het vliegtuig.

De eerste zittingsdag was inventariserend van aard. Er is gekeken naar wie is er verschenen, of zij goed zijn opgeroepen. Maar ook; hoe ziet het dossier er uit? Is het dossier compleet of komt er nog iets bij en heeft de verdediging nog wensen? De voorzitter heeft de positie van de nabestaanden geschetst. In de afgelopen jaren is de positie van nabestaanden in het strafrecht versterkt.

In de strafzaak hebben de nabestaanden van de slachtoffers belangrijke rechten. Zij hebben recht op informatie over de voortgang van het stafproces en kennisneming van het dossier. Daarnaast hebben zij recht op uitoefening van het spreekrecht. Het spreekrecht is het recht voor slachtoffers of nabestaanden om tijdens een strafrechtelijke procedure een verklaring af te leggen. De Rechtbank zal zittingsruimte reserveren voor de nabestaanden die gebruik willen maken van het spreekrecht.

Er kan ter zitting worden gesproken. De slachtoffers van de nabestaanden krijgen de mogelijkheid om te vertellen wat de impact is geweest van de MH17-ramp. Op deze manier kunnen zij de ernstige gebeurtenis een emotionele plek geven. Hiernaast bestaat ook de mogelijkheid tot een schriftelijke slachtofferverklaring. In sommige gevallen kiest een nabestaande er bewust voor om zijn verklaring niet mondeling aan de rechtbank bekend te maken.

Tot slot kunnen nabestaanden een vordering tot schadevergoeding indienen tijdens het strafproces. Hiervoor is vereist dat het gaat om schade die in rechtstreeks verband staat met het handelen van de verdachte. Alleen de nabestaanden die geen (volledige) schadevergoeding hebben gekregen, kunnen een schadevergoedingsvordering indienen tijdens het MH17-strafproces.

 

vacature secretaresse

Belangrijke informatie met betrekking tot het coronavirus en uw letselschade

De uitbraak van Covid-19 heeft grote maatschappelijke en sociale gevolgen. We moeten er samen voor zorgen dat we risico-contact vermijden, om zo verdere verspreiding van het virus tegen te gaan. We houden ons hierbij aan de maatregelen en adviezen van de overheid. Dat betekent dat we alle fysieke afspraken zoveel mogelijk verzetten en afspraken middels bijvoorbeeld beeldbellen inplannen. Verder werken we zoveel mogelijk vanuit huis.

We willen ons uiteraard zo goed mogelijk voor u blijven inzetten. We blijven telefonisch (033-2100112) en per email bereikbaar voor vragen over uw letselschadezaak. Ook kunt met ons overleggen via Skype of WhatsApp beeldbellen. We kijken graag met u naar passende mogelijkheden.

Recente ontwikkelingen in klachtzaak bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens inzake MH17

Namens een grote groep van ruim 300 nabestaanden van slachtoffers van de vliegramp met MH17, is er door het Nederlandse kernteam MH17 in juli 2018 een klacht ingediend tegen de Russische federatie bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) te Straatsburg. Mr. Maya Spetter is één van de leden van dit kernteam. Inmiddels hebben zich nog meer nabestaanden bij deze klachtprocedure aangesloten.

De nabestaanden beschuldigen Rusland van het neerhalen van de MH17-vlucht boven Oost-Oekraïne. Het vliegtuig was in juli 2014 onderweg van Amsterdam naar Kuala Lumpur. Alle 298 inzittenden kwamen om, onder wie 196 Nederlanders. Onderzoek wees uit dat het vliegtuig uit de lucht werd geschoten door een Russische Boek-raket. Ook zouden de Russen vervolgens internationale pogingen tot waarheidsvinding hebben tegengewerkt. De nabestaanden zeggen dat Rusland hun grondrechten heeft geschonden, door het neerhalen van het toestel van Malaysia Airlines boven Oekraïne op 17 juli 2014 en het dwarsbomen van het daaropvolgende onderzoek. Ze houden Rusland daarvoor direct of indirect verantwoordelijk, staat in de aanklacht.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens neemt dus de klachten van de nabestaanden van de ramp met vlucht MH17 in behandeling.

Verweer Russische federatie

In januari 2020 heeft de Russische federatie bij het Europese Hof inhoudelijk gereageerd op deze klacht door middel van een processtuk van negentig pagina’s en duizenden pagina’s aan bijlagen. Rusland wijst alle verantwoordelijkheid voor de ramp af.

Rusland stelt onder meer dat (i) er geen bewijs is voor de betrokkenheid van Rusland bij de ramp met vlucht MH17 en (ii) Rusland geen verantwoordelijkheid draagt voor het onderzoek naar de ramp en (iii) het Europese Hof onze klacht tegen Rusland om deze reden niet in behandeling kan nemen.

Ook in deze klachtprocedure trekt Rusland het bewijsmateriaal in twijfel. Zij stelt onder andere dat tapgesprekken gemanipuleerd en foto’s  en video’s  nep zouden zijn. Onderzoekers zoals de Onderzoeksraad voor Veiligheid en het Joint Investigation Team (JIT) zouden hun bevindingen baseren op onjuiste en vervalste informatie.

De Nederlandse regering heeft al aangekondigd dat het in deze zaken zal interveniëren. Een betrokken land kan de rechters zo laten weten dat het de klachtindieners steunt. Het is een ongewone stap, die volgens premier Rutte past „in het streven om degenen die verantwoordelijk zijn voor deze tragedie aan te pakken”.

Inmiddels heeft het Europese Hof de klagers tot 1 september 2020 uitstel verleend om te reageren op het verweerschrift van de Russische federatie.

Enorm bedankt voor jullie inzet en deskundigheid

Beste Maya en het team, enorm bedankt voor jullie inzet en deskundigheid,

Fatima

Als gevolg van letselschade verhuizen naar een duurder huis?

In 2007 komen twee fietsers met elkaar in botsing. Het slachtoffer loopt daarbij blijvend letsel aan zijn linkerknie op. Door het letsel moet zijn huis ingrijpend worden aangepast. Dit blijkt niet mogelijk, het slachtoffer moet verhuizen. De veroorzaker van het ongeval is verzekerd bij Univé. Moet Univé financieel bijspringen bij het kopen van een passend, maar duurder huis?

Letselschade

Als gevolg van het knieletsel maakt het slachtoffer in huis gebruik van krukken en een rollator. Buitenshuis van een rolstoel en/of scootmobiel. Het gebruik van de krukken en de rollator is echter fysiek belastend en het zou beter zijn als slachtoffer in huis een trippelstoel zou gebruiken. Hiermee kan hij zich gemakkelijk door het huis verplaatsen. De huidige woning van het slachtoffer is daarvoor niet geschikt.

Verhuizing noodzakelijk?

Partijen vragen een ergotherapeut om te onderzoeken of de huidige woning aangepast kan worden zodat deze wel rolstoelgeschikt wordt. En als dat niet mogelijk is, wat dan een passend alternatief kan zijn. De ergotherapeut heeft een onafhankelijk rapport opgemaakt. Daarin staat dat de woning waar het slachtoffer nu woont niet rolstoeltoegankelijk te maken is. Verhuizen is de enige optie.

Daarnaast heeft de ergotherapeut onderzocht welke woningen wel passend (te maken) zijn. Dergelijke woningen zijn ongeveer € 300.000 duurder dan het budget van het slachtoffer toelaat.

Standpunt partijen

Het slachtoffer vindt dat Univé hem in staat moet stellen een passende of aan te passen woning te kopen. Hij moet zoveel mogelijk in de situatie worden gebracht zoals die was voor het ongeval. Daarom kan van hem niet worden gevraagd dat hij genoegen neemt met een verhuizing naar een appartement. Hij had immers een woning met een tuin.

Univé wijst de verzoeken van het slachtoffer af. De man moet inderdaad verhuizen, maar Univé vindt verhuizing naar een appartement een passend alternatief. Dit kan het slachtoffer zelf financieren. Univé vindt het dan ook niet redelijk dat zij moet bijdragen aan de aankoop van een duurder huis.

Partijen komen er niet uit. Het slachtoffer begint met zijn letselschade advocaat een deelgeschilprocedure.

Verhuizen van een woning met tuin naar een appartement?

Verhuizen naar een appartement is ook volgens de rechtbank geen passend alternatief. De rechtbank overweegt het volgende:

‘’De rechtbank stelt voorop dat Univé de schade die [verzoeker] door het ongeval lijdt volledig moet vergoeden. Dit uitgangspunt volgt uit het arrest van de Hoge Raad van 5 december 2008 (NJ 2009/387). In dit arrest heeft de Hoge Raad beslist dat een benadeelde in een situatie moet worden gebracht die zoveel mogelijk vergelijkbaar is met de situatie zoals die zou zijn als het ongeval niet zou zijn gebeurd, en dat dat leidend is bij het vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding.’’

Het slachtoffer woont momenteel in een 2-onder-1-kapwoning met tuin. De rechtbank is het met het slachtoffer eens dat verhuizing naar een appartement geen passend alternatief is. Het zou een verslechtering van zijn woonsituatie zijn. Het slachtoffer heeft recht op een gelijkwaardige woonsituatie, in dit geval een woning mét tuin.

Vergoeding van de schade

Univé moet de schade vergoeden die het slachtoffer lijdt. Partijen zijn het er over eens dat het slachtoffer een andere woning moet kunnen kopen. Wanneer het slachtoffer financieel gezien niet in staat is een andere woning te kopen, zal Univé in dat tekort moeten voorzien. Hoe dient Univé dat te doen? De rechtbank stelt voor dat Univé garant staat voor het gedeelte van de koopsom waarvoor het slachtoffer zelf geen hypothecaire lening kan krijgen.

Verrekening van voordeel?

Univé doet ook een beroep op voordeelsverrekening. De rechtbank is het met Univé eens dat als het slachtoffer eigenaar wordt van een duurder, groter huis, dat een voordeel kan opleveren. ‘’Door de eigendom van een duurder huis neemt zijn vermogen toe, maar daarvan geniet hij pas daadwerkelijk voordeel als hij het huis verkoopt of er op een andere manier financieel voordeel aan ontleent.’’, oordeelt de rechtbank. “Of en wanneer dat zo zal zijn en welk bedrag daarmee gemoeid zal zijn is niet op voorhand vast te stellen. De prijzen van huizen fluctueren immers en een waardestijging of -daling is niet goed te voorspellen.”

Verrekening van mogelijk voordeel door een toename van het vermogen van het slachtoffer is nu niet redelijk.

Het letselschadeslachtoffer hoeft geen genoegen te nemen met wat de verzekeraar de goedkoopste of beste oplossing vindt.

Wilt u meer informatie of heeft u vragen? Neemt u dan contact op met ons op.

Uitspraak: Rechtbank Midden-Nederland  https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2019:6436

Letselschade en verzorgende partner. Redelijke kosten van verzorging door partner

Iemand loopt ernstig letsel op door een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is. Intensieve en langdurige verpleging en verzorging thuis is noodzakelijk. Wat als de partner de noodzakelijke verpleging en verzorging op zich neemt in plaats van deze over te laten aan professionele hulpverleners? Op welke vergoeding heeft de partner van het slachtoffer met letselschade dan recht? Hierover oordeelde de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in een uitspraak van 20 april 2019 (ECLI:NL:RBZWB:2019:2502)

Letselschade

Een man wordt met een mes in zijn borstkas gestoken. Hij wordt vervolgens behandeld in het ziekenhuis aan zijn letselschade. Tijdens de behandeling is een perforatie in de darm ontstaan, waardoor een blijvende stoma moest worden aangebracht. Het ziekenhuis erkent aansprakelijkheid voor de gevolgen van de gemaakte fout.

De man woont zelfstandig. Zijn partner en de kinderen wonen elders. De man krijgt een Persoonsgebonden Budget (PGB) voor zijn persoonlijke verzorging. Voor de hulp uit het PGB geldt een tarief van € 23 per uur. Dat is het tarief dat geldt voor ‘informele zorg’. De zorg en verpleging wordt door zijn niet-inwonende partner verleend. Zij heeft haar baan als administratief medewerker hiertoe opgezegd.

In geval van professionele zorg door een wijkverpleegkundige zal de man minstens € 38 per uur kwijt zijn, zijnde het uurtarief binnen het PGB voor ‘formele zorg’. En in het weekend en in de avonduren ligt het tarief vaak nog hoger. Indien meer gespecialiseerde hulp nodig is, dan kost de hulp al gauw € 56 – € 160 per uur, afhankelijk van de soort zorg.

De man vordert een vergoeding van € 30 per uur voor de hulp door zijn partner. Hij knoopt daarbij aan bij het ‘formele tarief ’ van de Zorgverzekeringswet voor wijkverpleegkundigen. Hij vraagt de Rechtbank te bepalen dat een vergoeding van € 30 per uur redelijk is.

Oordeel rechtbank

De rechtbank weegt allereerst in haar oordeel mee dat uit HR 28 mei 1999 ECLI:NL:HR:1999:ZC2912 (Losser/Kruidhof) volgt dat de rechter geen hogere vergoeding voor de kosten de verpleging en verzorging mag toewijzen dan het geschatte bedrag van de bespaarde kosten van professionele hulp. In deze zaak ligt de verzochte € 30 per uur voor de verpleging en verzorging onder de kosten van professionele hulp.

Vervolgens stelt de rechtbank dat de door de partner verleende zorg een overwegend beroeps- of bedrijfsmatig karakter heeft. Hierdoor knoopt de rechtbank bij de begroting van de schade aan bij het ‘formele tarief’, het eerder genoemde bedrag van minimaal € 38 per uur, in plaats van de voor ‘informele zorg’ geïndiceerde € 23 per uur.

De rechtbank oordeelt dat een vergoeding van € 30 per uur voor de zorgverlening door de partner van verzoeker redelijk is. Het verzoek wordt toegewezen.

Zorgtarief

In letselschadezaken bestaat vaak discussie over de vergoeding van de hulp die door familieleden of partners wordt verleend. Verzekeraars willen vaak niet meer betalen voor deze hulp dan een ‘mantelzorg tarief’ van € 9,50 per uur. Maar wat als een familielid zijn baan heeft opgezegd om deze hulp te bieden? Is een dergelijke vergoeding dan niet veel te laag.

De Letselschaderaad hanteert voor mantelzorg sinds 2018 een uurtarief van € 9,50. Dit is echter een tarief voor gewone huishoudelijke taken en niet geschikt om de zorgkosten te compenseren. De tarieven voor zorg liggen hier immers ver boven.

De Hoge Raad heeft bepaald dat voor de vergoeding van de kosten van verpleging en verzorging geen hogere vergoeding hoeft te worden betaald dan het geschatte bedrag van de bespaarde kosten van professionele hulp. Dat zou voor deze man liggen op € 38 per uur. Nu de man een vergoeding vorderde van € 30 per uur vond de Rechtbank dat redelijk en wees zij de vordering toe.

Met deze uitspraak wordt dus de koers van het arrest Losser/Kruidhof voortgezet.

Uitspraak: Rechtbank Zeeland-West-Brabant ECLI:NL:RBZWB:2019:2502

Letselschade tijdens bedrijfsuitje

In het kader van een bedrijfsuitje ontstaat regelmatig letsel. In deze zaak  ging men varen en ontstond er rugletsel. Het slachtoffer stelt de organisator van de vaartocht aansprakelijk.

Letselschade tijdens vaartocht

Een man maakt tijdens een bedrijfsuitje een boottocht met een Rigid Inflatable Boat (RIB), een rubberboot met een stevige romp. De boot voer van Rotterdam naar Scheveningen. In Scheveningen aangekomen, blijkt de man niet van zijn stoel af te kunnen komen. Hij wordt met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht, waar blijkt dat hij twee inzakkingsfracturen heeft van rugwervels.

De man stelt de organisator van de boottocht aansprakelijk voor zijn letselschade. Hij voert aan dat zijn letsel het gevolg is van ernstige geweldsinwerking. Blootstelling hieraan levert volgens hem aansprakelijkheid op voor zijn letselschade. Daarnaast stelt hij dat de organisator onvoldoende rekening heeft gehouden met het risico dat in de kracht van de boot ligt. Het Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2019:948) behandelde deze zaak.

Sport- en spelsituatie

In deze zaak gaat het om letsel dat is ontstaan tijdens een risicovolle activiteit. Dit is van belang bij de beoordeling van aansprakelijkheid. Ook is het belangrijk of er sprake is van een zogenoemde sport- en spelsituatie. Is er sprake van een sport- en spelsituatie, dan is de organisator minder snel aansprakelijk voor het letsel.

Het Hof overwoog dat het een vaartocht met een RIB betreft, waarbij van de passagiers een actieve lichaamshouding en een zeker incasseringsvermogen werd verlangd. Er was sprake van een situatie waarvan de deelnemers wisten en ermee instemden dat er daadwerkelijk enige ‘actie’ op het water zou zijn, die in zoverre dan ook vergelijkbaar is met een sport- of spelsituatie, aldus het Hof.

Voor aansprakelijkheid van de organisator is dan ook meer nodig dan de aanwezigheid en het zich realiseren van risico’s. Er zal sprake moeten zijn van bijkomende omstandigheden, waarbij met name gedacht kan worden aan het veroorzaken van groter gevaar dan waarop de deelnemers bedacht moesten zijn. Volgens het Hof is niet komen vast te staan dat er sprake is van bijkomende omstandigheden, en met name niet dat de organisator de man heeft blootgesteld aan een groter gevaar dan waarop hij bedacht moest zijn.

Tot slot is niet vast komen te staan dat het rugletsel alleen het gevolg kan zijn van een ernstige geweldsinwerking, hetgeen de man stelde. Het kan bijvoorbeeld ook door het ongelukkig of onhandig opvangen van de man zelf zijn gekomen. Het Hof concludeert dat de organisator van de boottocht niet aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval dat aan boord van de RIB heeft plaatsgevonden.

In deze uitspraak is de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel van sport- en spelsituaties toegepast ten aanzien van een vaartocht. Hierdoor krijgt de man ondanks zijn letsel, zijn schade niet vergoed. De feitelijke omstandigheden van het geval zijn van groot belang. Dergelijke omstandigheden kunnen leiden tot het al dan niet toepassen van de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel van sport- en spelsituaties.

Wilt u meer informatie over opgelopen letselschade? Neemt u dan contact met ons op.

Uitspraak: Hof Den Haag ECLI:NL:GHDHA:2019:948 

Ongeval tijdens uitje in escape room

Er ontstaat regelmatig letsel tijdens een kantooruitje. In deze zaak ging een man met zijn collega’s naar een escape room, in het kader van teambuilding. De man stootte hard zijn hoofd en liep hersenletsel op. In de uitspraak van 20 juni 2019 (ECLI:NL:RBMNE:2019:2914) buigt de Rechtbank Midden-Nederland zich over de vraag of de eigenaar van de escape room aansprakelijk is voor de letselschade.

Val in escape room

Een man deed tijdens een kantooruitje mee aan het spel ‘Prison Island’. Het spel Prison Island bestaat uit 24 cellen, waarbij in elke cel opdrachten en puzzels moeten worden uitgevoerd. Bij het uitvoeren van één van de opdrachten, waarbij de man een tunnel in moest gaan, heeft hij hard zijn hoofd gestoten. Als gevolg hiervan heeft hij hoofdletsel opgelopen.

Eigen schuld?

De man stelt de eigenaren van de escape room aansprakelijk voor zijn letselschade. Het licht viel plotseling uit toen hij zich bukte om te tunnel in te gaan, waardoor hij zij hoofd stootte. Hij stelt dat ze niet de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen hebben getroffen om het letsel aan zijn hoofd te voorkomen. Door deze veiligheidsmaatregelen niet te nemen hebben de eigenaren onrechtmatig gehandeld en heeft hij letselschade opgelopen.

De eigenaren stellen echter dat de ledverlichting altijd blijft branden gedurende het spel. Daar komt bij dat het algemeen bekend is dat het spel Prison Island een spannend spel is waar fysieke inspanning voor nodig is. Bepaalde elementen, zoals een gematigde verlichting, zijn er juist voor om het spel voor de deelnemers spannend te maken. Dit wordt ook vooraf getoond in een instructiefilm.

De centrale vraag is of de eigenaren voldoende veiligheidsmaatregelen hebben getroffen om ongevallen met letselschade te voorkomen.

Aansprakelijkheid voor letselschade

Er kan pas sprake zijn van aansprakelijkheid voor letselschade indien deelnemers bij het spel in situaties konden komen die zo gevaarlijk waren dat zij daarvoor expliciet gewaarschuwd hadden moeten worden. Deze zaak en de zaak die bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant voorlag, bieden goed vergelijkingsmateriaal wanneer hiervan wel of geen sprake is. Over de zaak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant schreven wij eerder een blog (Lees verder). In die situatie hoefden de deelnemers niet bedacht te zijn op enige fysieke bedreiging, waardoor er van de eigenaren wel mag worden verwachten dat zij de deelnemers waarschuwen. Daarom is in die zaak de eigenaar wel aansprakelijk voor de letselschade.

De rechtbank is van mening dat dit hier niet het geval is. Het feit dat de kamer maar schaars verlicht was, levert geen gevaarlijke situatie op. Dit is juist een onderdeel van het spel. Het hoort bij het spel dat er sprake is van enige geheimzinnigheid, spanning en verassing. Zodoende hadden de eigenaren van de escape room hier niet voor hoeven waarschuwen. Er is sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.

Van belang is dat een slachtoffer met een letselschade claim zo duidelijk mogelijk stelt waarom er in het concrete geval een potentieel gevaarlijke situatie bestaat waarvoor moet worden gewaarschuwd of aanvullende veiligheidsmaatregelen moeten worden getroffen.

Wilt u meer informatie of advies over opgelopen letselschade onder werktijd of tijdens een kantooractiviteit of uitje? Neemt u dan contact met ons op.

Uitspraak: Rechtbank Midden Nederland ECLI:NL:RBMNE:2019:2914

Ongeval op het werk en letselschade

Een ongeluk zit in een klein hoekje. Veel ongelukken gebeuren thuis of op het werk.

Wat nu als u schade oploopt bij een ongeval onder werktijd? Is uw werkgever dan aansprakelijk voor uw letselschade? In een uitspraak van 22 juli 2019 gaat de Rechtbank Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2019:6423) hier nader op in.

Letselschade tijdens het werk

Een 37-jarige vrouw is aan het werk in een kantoorpand. Zij is op weg naar een kantooroverleg en loopt, met haar laptop in de hand, van de 17e naar de 16e verdieping. Wanneer zij de trap afloopt, glijdt zij uit en valt zij met haar hoofd tegen een betonnen muur en loopt als gevolg hiervan hersenletsel op.

Is haar werkgever aansprakelijk voor haar letselschade?

De vrouw stelt haar werkgever aansprakelijk voor haar letselschade. Het ongeval heeft plaatsgevonden tijdens de uitvoering van haar werk. Zij stelt dat er sprake is van een schending van de op haar werkgever rustende zorgplicht ten aanzien van het gebruik van de trap.

De werkgever stelt  dat er geen sprake is van een zorgplicht schending. De trap waar de vrouw op is gevallen, is veilig en voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Ten aanzien van het gebruik van de trap geldt er geen waarschuwings- of instructieplicht.

De toedracht van het arbeidsongeval kan niet worden vastgesteld. Het bedrijf heeft geen onderzoek gedaan naar hoe het ongeval plaats heeft kunnen vinden, en ook niet naar de omstandigheden in het trappenhuis en de toestand van de trap. Na het ongeval heeft de werkgever echter wel gele markeringen aangebracht in het gehele trappenhuis.

Werkgeversaansprakelijkheid voor letselschade

Wanneer een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade oploopt, is de werkgever op grond van art. 7:658 BW aansprakelijk voor de schade. Wanneer de werkgever aan aansprakelijkheid wil ontkomen, zal de werkgever moeten aantonen dat hij zijn zorgplicht voor de veiligheid van het werk heeft nageleefd òf dat de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Dit laatste wordt niet snel aangenomen.

In de zaak van de kantoor medewerkster beoordeelt de rechtbank allereerst waar de zorgplicht van de werkgever uit bestaat en vervolgens of deze zijn zorgplicht heeft geschonden. De rechtbank stelt dat de zorgplicht zich ook uitstrekt over het gebruik van de trap in het trappenhuis. De rechtbank oordeelt dat deze werkgever niet alle redelijkerwijs te nemen maatregelen heeft genomen om het specifieke ongeval te voorkomen, terwijl deze maatregelen niet onmogelijk of bezwaarlijk waren. Na het ongeval heeft de werkgever immers maatregelen genomen en gele markeringen aangebracht op de trap. De werkgever heeft dus zijn zorgplicht geschonden.

Tot slot toetst de rechtbank voor wiens risico het komt dat de toedracht van het arbeidsongeval niet kan worden vastgesteld. Volgens de rechtbank komt het voor rekening en risico van de werkgever dat er misschien een andere oorzaak is voor de valpartij. Het komt de werkgever dus duur te staan dat deze geen onderzoek naar de toedracht heeft laten instellen. De werkgever is aansprakelijk voor het ongeval en de daaruit voortvloeiende schade.

Alledaagse risico’s

Als een werknemer een ongeval krijgt onder werktijd, hoeft de werknemer niet te bewijzen dat het ongeval aan de werkgever te wijten is. Het is aan de werkgever om te bewijzen dat hij heeft gezorgd voor veilige werkomstandigheden.

Toch hoeft dit niet altijd te betekenen dat de werkgever aansprakelijk wordt gehouden voor een arbeidsongeval. In 2020 stelde het Hof Amsterdam dat in alledaagse situaties waarbij er alledaagse risico’s aanwezig zijn, de werkgever in beginsel geen veiligheidsmaatregelen hoeft te treffen (ECLI:NL:GHAMS:2020:2389).  Het ging toen om een uitzendkracht die met een koevoet van de trap liep in het bedrijf waar hij moest werken. Hij viel van de trap en had een gebroken pols en uitvalverschijnselen in zijn benen. Het Hof Amsterdam oordeelde dat de werkgever in dit geval niet aansprakelijk was.

Het verschil tussen deze zaak en die van de vrouw die hersenletsel opliep, is dat zijn werkgever kon bewijzen dat hij maatregelen had getroffen om het gevaar van struikelen en vallen op de trap tegen te gaan. Daarnaast beschikte de werkgever over kwaliteitscertificaten en had de uitzendkracht een cursus gevolgd, een werkinstructie ontvangen en was hij voorzien van een helm en veiligheidsschoenen. Er waren volgens het hof geen verdere veiligheidsmaatregelen nodig.

In het geval van de vrouw met hersenletsel had de werkgever blijkbaar meer kunnen doen om het gevaar van vallen op de trap tegen te gaan. Dit werd afgeleid uit het feit dat de werkgever na het ongeval gele markeringen in het trappenhuis heeft geplaatst. Daarbij had de werkgever geen onderzoek ingesteld naar de oorzaak van het ongeval. Dit gebrek aan bewijs werd hem fataal na de vervelende val van zijn werkneemster.

De wetgever komt dus de werknemer die slachtoffer wordt van een arbeidsongeval tegemoet. De werkgever is aansprakelijk tenzij hij aantoont dat hij voldoende veiligheidsmaatregelen heeft genomen om het ongeval te voorkomen. Gaat het echter om een alledaags risico en heeft de  werkgever alle mogelijke voorzorgsmaatregelen genomen dan hoeft hij de schade niet te vergoeden.

Vragen of advies?

Het betreft hier werkgever-werknemers relaties, maar ook een ZZP’er kan slachtoffer worden van een ongeval op het werk met letselschade tot gevolg. Wilt u weten wat u kunt doen wanneer u letselschade heeft opgelopen als gevolg van een ongeval tijdens het werk? Of heeft u hulp nodig bij het vaststellen van aansprakelijkheid of begroten en verhalen van uw letselschade? Neemt u dan gerust contact op met ons op.

letselschade zelfstandigen

Conflict met verzekeringsmaatschappij over arbeidsongeschiktheidsverzekering

Ik heb Maya Spetter ervaren als een zeer gedegen en vakkundig advocaat die heldere adviezen geeft, de verwachtingen goed managet, het proces goed bewaakt, waarmaakt en na komt wat zij zegt. Ze heeft vooraf aangegeven dat waar mogelijke problemen zouden kunnen komen en ze heeft haar vakkundige mening gegeven over het realistische en haalbare. Tegen zodanige kosten dat de verzekeraar alle juridische- en bijkomende adviseurskosten heeft vergoed. En na zes jaar is de verzekeraar overgegaan tot volledige betaling.

Voor mij (als ondernemer die ziek is geworden en dus aanspraak moest maken op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering) is Maya een rustpunt geweest in een hele moeizame en voor mij onverwachte discussie in een heel lastig traject.  De verzekeraar die zes jaar lang heeft geprobeerd onder de uiteindelijk terecht gebleken claim uit te komen; hiervoor hebben ze alles uit de kast getrokken om niet uit te hoeven keren. Ik geef dus een hele negatieve aanbeveling over de Arbeidsongeschiktheidsverzekeraar. Maar een warme aanbeveling geef ik uit volle overtuiging aan Maya Spetter die mij in dit traject heeft begeleid en mijn zaak heeft behartigd.

Aantal en hoogte medische claims in 2018 gestegen

Verzekeraar MediRisk meldt dat het aantal medische claims over 2018 is toegenomen en dat de hoogte van de claims is gestegen. Dit schrijft de zorgnieuwssite Skipr op 11 september 2019. Het gemiddelde claimbedrag is volgens de verzekeraar met 20 procent toegenomen. Daarmee stijgt het gemiddelde claimbedrag van 46.000 euro naar 55.000 euro. Als de afgewezen claims niet worden meegeteld komt het gemiddelde claimbedrag zelfs uit op 80.000 euro.

De hoogste bedragen worden uitgekeerd voor medische fouten bij geboortes. De bedragen betreffen dan vaak een vergoeding van smartengeld, een vergoeding van juridische kosten en een compensatie voor bijvoorbeeld extra zorgkosten. Verder meldt de verzekeraar dat het aantal claims ook groeit door schade met implantaten en door dwarslaesies.

Centramed, een andere aanbieder van medische aansprakelijkheidsverzekeringen, geeft aan deze ontwikkelingen te herkennen. Een verharding van ingenomen standpunten, zou volgens Centramed de oorzaak zijn.

De vereniging van Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade (ASP), de belangenvereniging die zich inzet voor letselschadeslachtoffers, schrijft op haar website zich niet te herkennen in deze uitspraak en stelt dat de medische aansprakelijkheidsverzekeraars juist moeilijk te bewegen zijn tot een minnelijke regeling.

Ook ons kantoor constateert dat letselschadevergoedingen stijgen. Claims stijgen omdat slachtoffers geen beroep meer kunnen doen op bijvoorbeeld de WIA bij arbeidsongeschiktheid. Ook de kosten van zorg zijn hoger dan vroeger. Deze kosten worden soms niet meer volledig vergoed door de zorgverzekeraar. Ook het toenemende aantal zzp’ers leidt tot hogere schadeclaims. Deze groep is vaak slechter verzekerd en derft meer inkomsten na een ongeval.

De algehele tendens is dat de uit te keren bedragen stijgen. Dus ook wanneer het gaat om schade als gevolg van medische fouten.

Meer zware ongelukken door elektrische fietsen

Het aantal fietsers dat op de spoedeisende hulp terechtkomt na een ongeval stijgt. Volgens expertisecentrum VeiligheidNL moesten vorig jaar 46.800 fietsers na een verkeersongeval worden behandeld op de spoedeisende hulp. Ten opzichte van 2009 is dit een stijging van 31 procent.

Vooral de oudere fietsers en jongeren zorgen voor een toename van ongevallen. Jongeren nemen vaak grotere risico’s dan andere fietsers en zijn vaker afgeleid tijdens het fietsen doordat ze kletsen of bijvoorbeeld met hun telefoon bezig zijn. Onlangs heeft de regering een telefoonverbod op de fiets ingesteld. Dit verbod moet helpen fietsers meer op het verkeer te laten focussen. Lees hier ook ons nieuwsartikel over ‘het telefoonverbod op de fiets’ en ‘het aantal opgelegde boetes sinds de invoering van het verbod

Gebruikers van een elektrische fiets raken vaak zwaarder gewond bij een ongeval, dan ‘gewone’ fietsers. Dit ligt niet alleen aan de snelheid van de fiets, maar komt ook doordat relatief veel ouderen op een elektrische fiets rijden. Hoe het zit met de aansprakelijkheid voor ongevallen met elektrische fietsen, leest u in ons artikel: ‘E-bike. Verandert Nederland in een E-fietsland?’.

Wij hebben de samenwerking als zeer prettig ervaren

Wij hebben de samenwerking als zeer prettig ervaren. Het was voor ons een gebied waar we gelukkig nog nooit mee te maken hadden gehad. En dan is het erg prettig als er een advocaat is zoals U die ons wegwijs maakt hoe dingen gaan in het rechtsgebied. Iemand die duidelijk en begrijpelijk uitleg wat de route is en wat de mogelijkheden zijn. Het team achter U die altijd vriendelijk waren als we vragen hadden of iets niet begrepen. Het snel reageren op de mailtjes is zo fijn dat neemt een hoop stress weg. Mochten we onverhoopt nog eens een advocaat nodig hebben weten wij waar we moeten zijn. Nogmaals bedankt voor de goede zorgen voor onze zoon.

Familie K.

Ruim 9200 boetes sinds invoering telefoonverbod op de fiets

Eerder schreven wij al een artikel over de invoering van het telefoonverbod op de fiets dat per 1 juli 2019 is in gegaan. Lees ons artikel ‘Vanaf 1 juli 2019: telefoonverbod op de fiets. Begin deze maand werden de eerste cijfers van het aantal opgelegde boetes bekend gemaakt door het ministerie van Justitie en Veiligheid. De politie heeft in de maanden juli en augustus ruim 9200 boetes opgelegd voor bijvoorbeeld appen of bellen op de fiets.  De boete voor de fietsers bedraagt 95 euro.

Hoewel het verbod pas kort van kracht is, zijn er al veel boetes opgelegd. Het zou goed zijn als er ook meer wordt gecontroleerd of automobilisten hun telefoon vasthouden in het verkeer. Bij veel ongevallen blijkt afleiding door een telefoon een rol te spelen.

De wet verbiedt niet alleen actief gebruik van de telefoon op de fiets, maar ook het ongebruikt vasthouden ervan. Op deze manier probeert de regering te voorkomen dat fietsers niet meer op de weg letten tijdens het fietsen. Fietsers moeten hun telefoon dus goed wegstoppen voordat ze op de fiets stappen!

Toen zij mijn belangenbehartiger werd heeft ze me erg goed bijgestaan en gehandeld tot ik kreeg waar ik recht op had

In 2017 heb ik mijn been gebroken op meerdere plaatsen na een aanrijding met een auto. Voordat ik bij mevrouw Spetter terecht kwam dacht ik dat mijn zaak verloren was. Toen zij mijn belangenbehartiger werd heeft ze me erg goed bijgestaan en gehandeld tot ik kreeg waar ik recht op had. Ook wil ik mijn tevredenheid uitspreken over de manier van communicatie van het advocatenbureau, ze zijn altijd goed bereikbaar en hebben altijd snel en netjes gehandeld naar mij toe. Mijn grote dank!

Suhele

letselschade claimen

Uiteindelijk een boven verwachting resultaat bewerkstelligd

Spetter Advocaat & mediator heeft mij zeer professioneel en kundig geholpen met mijn letselschadezaak. Men heeft mij volledig ontzorgt en alle taken op zich genomen, veelal contact te onderhouden en de uiteindelijk een boven verwachting resultaat bewerkstelligd.
Ik zou zeker Spetter Advocaat & Mediator aanbevelen.

Karina

Letselschadevergoeding vrijgesteld van vermogensinkomensbijtelling

Op 25 juni 2019 werd bekend dat letselschadevergoedingen vanaf 1 januari 2020 worden vrijgesteld van de vermogensinkomensbijtelling (VIB). Dit is belangrijk nieuws voor slachtoffers van letselschade.

Huidige regelgeving
Slachtoffers van letselschade hebben recht op een vergoeding van hun materiële- en immateriële schade. Deze schadevergoeding kan bij ernstig letsel aanzienlijk zijn.

In de huidige praktijk wordt de schadevergoeding netto uitgekeerd aan het slachtoffer. Hierover hoeft geen inkomstenbelasting of premies voor volksverzekeringen te worden betaald. Wel telt de schadevergoeding mee als vermogen. Dit heeft tot gevolg dat vermogensbelasting betaald moet worden over de letselschadevergoeding wanneer deze boven het heffingsvrij vermogen komt.

Problematiek
Doordat de letselschadevergoeding meetelt voor de VIB, heeft de letselschadevergoeding veel invloed op de hoogte van de eigen bijdrage langdurige zorg of maatschappelijke ondersteuning op basis van de Wet Langdurige Zorg (Wlz) en de Wet op de maatschappelijke ondersteuning (WMO 2015). Hierdoor moeten slachtoffers de maximale eigen bijdrage betalen wanneer zij een hoge schadevergoeding ontvangen.

Om dit te compenseren worden de hogere kosten van de eigen bijdrage meegenomen als schadepost, waardoor een nog hogere schadevergoeding moet worden uitgekeerd en er eigenlijk een vicieuze cirkel ontstaat. De uiteindelijke kosten lopen hierdoor hoog op.

Een andere manier waarop de hoge eigen bijdrage wordt vermeden is door niet in één keer af te wikkelen, maar de betalingen aan het slachtoffer te spreiden over meerdere jaren. Hierdoor kan de letselschade zaak echter niet worden afgerond. Dit terwijl slachtoffers en verzekeraars de letselschade zaak graag na een aantal jaren willen afsluiten.

Vrijstelling vermogensinkomensbijtelling
Onder meer Slachtofferhulp Nederland, het Verbond van Verzekeraars, de vereniging van Letselschade Advocaten (LSA) en de vereniging van Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade (ASP) hebben aandacht gevraagd voor deze problematiek. Tot 2013 hadden letselschadeslachtoffers een vrijstelling voor de VIB. Echter toen de WMO werd ingevoerd, is deze verdwenen.

Aangenomen maatregel
Op 25 juni 2019 heeft minister De Jonge dan eindelijk de maatregel aangenomen waardoor de letselschadevergoeding niet meer meetelt voor de vermogensinkomensbijtelling (VIB). De maatregel treedt per 1 januari 2020 in werking. In de praktijk betekent dit dat letselschadeslachtoffers die vanaf die datum een letselschadevergoeding ontvangen een formulier op de website van het CAK kunnen invullen om op die manier vrijstelling aan te vragen voor de VIB.

Niet alle problemen opgelost
De maatregel is een stap in de goede richting, maar helaas zijn we er daarmee nog niet.  Eigenlijk moet een letselschade vergoeding uitgezonderd worden van het vermogen in box drie, zodat het niet meetelt bij het bijdrageplichtig inkomen. Minister De Jonge zal dus nog wat werk moeten verzetten om het probleem daadwerkelijk op te kunnen lossen.

Contact
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen? Neemt u dan gerust contact met ons op. Ook wanneer u hulp nodig heeft bij het begroten of claimen van uw letselschade kunnen wij u van dienst zijn.

Na een onverwacht auto-ongeluk, ben ik vriendelijk, deskundig en duidelijk geadviseerd door Maya Spetter. Zij heeft ons in het gehele traject bijgestaan en diverse mogelijkheden overwogen. Ik ben zeer tevreden over de dienstverlening van Spetter advocaat & mediator. Hartelijk dank! Gr. Y El H.

Spetter Advocaat & Mediator als zeer deskundig, transparant en benaderbaar ervaren

Spetter Advocaat & Mediator als zeer deskundig, transparant en benaderbaar ervaren. Er is aandacht voor de behoeftes en wensen van de klant. Een expert in het creëren van duidelijkheid en overzicht in het gehele traject. Zeker een aanrader voor een ieder die behoefte heeft aan een advocaat die daadwerkelijk kennis en ervaring heeft in letselschade.

Hayat

Daarbij kan ik Spetter advocaat & mediator dus van harte aanbevelen.

Wat prachtig dat zo iets naars door een deskundige op zo’n prettige manier gehanteerd kan worden

Voor het eerst in mijn leven kennis gemaakt met deze beroepsgroep. Vanaf het begin voelde ik me gerust bij de manier waarop mijn dossier aangepakt werd.
Met veel aandacht en zorg werden al mijn vragen beantwoord en ik werd stipt op de hoogte gehouden van alle stappen.
Ik voelde me erg gesteund tijdens het hele traject waarin ik toch weer geconfronteerd werd met de pijnlijke inhoud van mijn dossier.
Wat prachtig dat zo iets naars door een deskundige op zo’n prettige manier gehanteerd kan worden.
Na een klein jaar was alles afgerond en heb ik tevreden afscheid genomen.

Hermien

Verschillen in hoogte smartengeld in strafzaken

Volgens Slachtofferhulp Nederland is er sprake van willekeur bij het bepalen van de hoogte van de immateriële schadevergoeding (smartengeld) voor slachtoffers in strafzaken, zo bericht het AD op 4 juli 2019. Dit omdat slachtoffers zulke wisselende schadevergoedingen voor fysiek of psychisch leed uitgekeerd krijgen. De organisatie wil nu dat rechters de schadevergoeding gaan onderbouwen.

Verschillen in vergelijkbare zaken
Volgens Rosa Jansen, bestuursvoorzitter van Slachtofferhulp Nederland én oud-rechter, verschilt het bedrag per gerecht en per rechter. In vergelijkbare zaken kan een slachtoffer € 5.000,00, maar ook € 500,00 krijgen.

Onderbouwing ontbreekt
Ook wordt in het vonnis de hoogte van het bedrag van de schadevergoeding niet onderbouwd. Het bedrag is vaak naar ‘redelijkheid en billijkheid’ bepaald. Dit maakt het lastig te begrijpen voor slachtoffers waarom een bepaalde schadevergoeding (niet) is uitgekeerd.

Slachtofferhulp pleit daarom voor een onderbouwing van het schadebedrag door de rechter. Verder wil Slachtofferhulp dat justitie, net als hun eigen organisatie, een database bijhoudt waarin wordt vastgelegd en geanalyseerd wat gangbare schadevergoedingen zijn voor letsel door misdrijven, zoals mishandeling, misbruik of verkrachting.

Aandacht voor positie slachtoffer
Het is goed dat Slachtofferhulp aandacht vraagt voor (de motivering van) de hoogte van het smartengeldbedrag.
Door het toekennen van smartengeld wordt aan slachtoffers een compensatie geboden voor het leed dat zij dagelijks ondervinden.

Voegen in strafzaak
De meest eenvoudige manier voor slachtoffers om een schadevergoeding te krijgen is door zich in de strafzaak tegen de dader te voegen en hun vordering tot schadevergoeding indienen. Ze hoeven dan immers geen civiele procedure aan te spannen om hun schade op de dader te verhalen. Vereist is dat de behandeling van de vordering tot schadevergoeding van het slachtoffer geen onevenredige belasting vormt voor de behandeling van de strafzaak. In de praktijk is er op de zitting weinig tijd om de vordering tot schadevergoeding van het slachtoffer uitgebreid te behandelen. Het slachtoffer moet de vordering zo goed mogelijk onderbouwen en aangeven om welke reden een bepaalde vergoeding voor smartengeld redelijk is. Het is spijtig wanneer de bedragen sterk uiteenlopen en de hoogte van de toegekende smartengeldvergoeding voor de opgelopen letselschade niet wordt gemotiveerd.

Contact
Wilt u meer informatie over de smartengeldvergoeding in strafzaken of hoe u zelf via een voeging uw letselschade kunt vorderen? Neemt u dan gerust contact op met onze letselschade advocaat.

De Norman Atlantic: vakantie eindigt in scheepsramp

Op 28 december 2014 was de Norman Atlantic, een Italiaanse veerboot van rederij ANEK met ruim 422 passagiers, 55 bemanningsleden en 200 voertuigen aan boord, op weg van Griekenland naar Italië toen vroeg in de ochtend brand uitbrak op een autodek. De dramatische reddingsactie die volgde duurde 36 uur. De brand heeft het leven geëist van meer dan 20 mensen.

Strafrechtelijke vervolging
Nu vele jaren na de ramp wordt de rederij alsnog strafrechtelijk vervolgd door de Italiaanse justitie voor de mankementen aan de boot en de nalatigheid van het personeel voor en tijdens de brand, zo bericht de Griekse krant Ekathimerini op 11 april 2019. De strafzaak is op 6 mei 2019 in Italië gestart.

Nederlandse slachtoffers bijgestaan

Er waren ook vier Nederlanders aan boord. Twee van hen hebben bijstand gevraagd aan ons kantoor voor het verhalen van hun letselschade. Wij hebben de slachtoffers geholpen hun letselschade van de juiste partij vergoed te krijgen. Inmiddels is hun schade geregeld.

In dit soort zaken kunnen in de praktijk vaak verschillende partijen en personen (de kapitein, het personeel, de rederij, de verzekeraar, de reisorganisatie, de reisverzekering etc.) aangesproken worden voor de schade. Wie uiteindelijk aansprakelijk is, is afhankelijk van verschillende factoren. Daarnaast moet gekeken worden welk recht van toepassing is op de schadevergoeding.

Veel veiligheidsgebreken aan boord
Al tijdens een controle op 19 december 2014, slechts enkele dagen voordat de brand uitbrak, was gebleken dat de veerboot onveilig was, omdat er niet genoeg reddingsmateriaal aanwezig was, nooduitgangen en evacuatieborden ontbraken en de noodverlichting niet goed werkte. De rederij ANEK had 2 maanden de tijd gekregen om de gebreken van de boot te verhelpen.

Later bleek dat ook de passagierslijst niet in orde was en dat er mogelijk verstekelingen aan boord waren.

Nalatigheid personeel
Ook voor en tijdens de brand ging veel mis. Zo werd de veerboot bijvoorbeeld niet goed geladen, werden veiligheidsvoorschriften genegeerd of verkeerd uitgevoerd, werd de kapitein niet tijdig geïnformeerd en verlieten bemanningsleden hun post.

Er klonk pas een alarmbel voor de brand toen iedereen al op het dek stond. Twee reddingsboten werden vrijgegeven vóórdat er een evacuatiebevel was uitgegeven. De boten dreven weg nog voordat mensen aan boord konden stappen. Dit was dramatisch omdat er een tekort aan reddingsboten was. Door dit tekort wilden passagiers in paniek overboord springen. Eén passagier sprong daadwerkelijk, in de hoop op die manier een reddingsboot te bereiken, en overleed ter plekke.

Grieks of Italiaans recht
In de civiele zaak spelen andere factoren een rol bij de begroting van de schade dan in de strafzaak. Welke schadeposten voor vergoeding in aanmerking komen is afhankelijk van de vraag welk recht van toepassing is. Dit kan Nederlands recht zijn, maar ook het recht van het land waar het ongeval plaatsvond (lees hier meer over in onze blog ‘Letselschade tijdens de vakantie’).

Omdat de veerboot van Griekenland naar Italië voer, was er discussie over de vraag of er Grieks dan wel Italiaans recht van toepassing was.

In elk land wordt de schadevergoeding anders berekend. Het kan dan verstandig zijn om een andere partij aan te spreken, zodat er een hogere letselschadevergoeding wordt betaald.

Bron: BBC.com, route Norman Atlantic


Schaderegeling
Afgezien van het strafproces dat in mei van start is gegaan, zijn ook verschillende schadevergoedingsprocedures gestart. Zoals eerder vermeld hebben wij twee Nederlandse slachtoffers van de ramp bijgestaan. Wij hebben de Italiaanse rederij ANEK en haar verzekeraar aansprakelijk gesteld. Daarmee is een regeling getroffen. Wij werkten daarbij nauw samen met onze Griekse en Italiaanse collega advocaten om een zo hoog mogelijke schadevergoeding te krijgen.

Letselschade in het buitenland
Ons kantoor heeft veel ervaring in de afhandeling van letselschade. Ook als dit gaat om letselschade opgelopen in het buitenland en bijvoorbeeld een gevolg is van een brand of ander ongeval aan boord van een cruiseschip of veerboot.

Zoals vermeld werken wij in dit soort grensoverschrijdende zaken samen met internationale advocatenkantoren uit ons netwerk om een goede schaderegeling te treffen.

Mocht u vragen hebben of advies willen over uw eigen letselschade neemt u dan gerust contact op met onze letselschade advocaat.

 

Letselschade tijdens de vakantie

Het is vakantie! Lekker met z’n allen in de auto of trein onderweg naar de vakantiebestemming of met het vliegtuig naar dat zonnige adres. En wat te denken van een luxe vakantie op een cruiseschip? Hoewel de vakantie is bedoeld om te ontspannen en te genieten, gebeuren er op reis regelmatig ongevallen met letsel tot gevolg. De onbekende wetten van een land en taalbarrières kunnen het claimen van uw schade tot een lastig proces maken.

Reisongevallen
Wij staan regelmatig vakantiegangers bij om hun letselschade te verhalen. Zo heeft ons kantoor zich ingezet voor slachtoffers van verschillende reisongevallen met bijvoorbeeld een vliegtuig, schip of auto in binnen- en buitenland. Lees in dit nieuwsartikel meer over de brand op de Italiaanse veerboot de Norman Atlantic of lees hier meer over de door ons behandelde vliegrampen, zoals die van Turkish Airlines.

Wanneer u slachtoffer bent geworden van een ongeval in het buitenland en u uw letselschade wilt claimen is het van belang om te weten welk recht van toepassing is. Is dat bijvoorbeeld het recht van uw vakantieland of dat van Nederland?

In beginsel is het recht van het land waar het ongeval plaatsvond van toepassing. Op de hoofdregel geldt een aantal uitzonderingen, waardoor toch sprake kan zijn van Nederlands recht. Hieronder een aantal uitzonderingen toegelicht.

Verkeersongevallen
Wanneer een verkeersongeval in het buitenland (maar wel binnen Europa) plaatsvindt wordt de hoofdregel overboord gegooid, en bepaalt een Europees verdrag welk recht van toepassing is. In sommige gevallen kan dan toch sprake zijn van Nederlands recht.

Dit is onder andere het geval wanneer een eenzijdig verkeersongeval plaatsvindt en het voertuig in Nederland staat geregistreerd. Of wanneer meerdere voertuigen betrokken zijn bij een ongeval en alle voertuigen staan ingeschreven in Nederland. Tot slot is er nog de situatie waarbij een Nederlander (zonder voertuig) in het buitenland wordt aangereden door een Nederlands voertuig. Per geval zullen wij onderzoeken welk recht van toepassing is, want vaak spelen verschillende factoren mee waardoor het niet eenvoudig is om te beoordelen welk recht van toepassing is.

Overigens zijn de verkeersregels van het land waar het ongeval plaatsvindt geldend.

Vliegtuig- of scheepsrampen
Wanneer een ongeval plaatsvindt met een vliegtuig, cruiseschip of veerboot gelden ook verschillende verdragen en moet er echt door een specialist beoordeeld worden bij het recht van welk land aansluiting kan worden gezocht. Welk recht van toepassing is verschilt per situatie.

Reisorganisator pakketreizen
In het geval van pakketreizen geboekt via een reisorganisator kan ook sprake zijn van schadevergoeding naar Nederlands recht. Een pakketreis is een combinatie van vervoer, accommodatie en eventueel excursies.

De reisorganisator is verantwoordelijk voor het naar verwachting verlopen van de reis. Gebeurt dit niet, dan is de reisorganisator aansprakelijk voor de schade.

Let hierbij wel op dat het alleen gaat om diensten die bij de reis zijn inbegrepen. Als u letsel oploopt door een gebrek of fout van het hotel dat u via uw reisorganisatie geboekt heeft, dan moet de reisorganisatie deze schade vergoeden. Loopt u letselschade op tijdens een excursie en zat deze niet inbegrepen in uw reis? Dan is de reisorganisatie niet aansprakelijk.

Wat kunt u zelf doen?
Het is verstandig om voordat u op reis gaat een passende verzekering af te sluiten.

Bent u volgens de hoofdregel aangewezen op buitenlands recht, dan kan een reisverzekering een manier zijn om uw schade (makkelijker) te verhalen.

Ook een schadeverzekering voor inzittenden (SVI) kan helpend zijn. De verzekering dekt de schade van de bestuurder van een voertuig en de passagiers als gevolg van een ongeval. Een verschil met de ongevallen inzittenden verzekering (OIV) is dat de SVI uw werkelijke schade vergoedt.

Tot slot is het verstandig uw zorgverzekering af te stemmen op de hulp die u nodig kunt hebben in het buitenland.

Indien u slachtoffer bent geworden van een ongeval in het buitenland, probeer dan zoveel mogelijk gegevens en getuigen te verzamelen en foto’s te maken. Schakel de lokale autoriteiten en meld het ongeval bij uw verzekeraar(s).

Vragen of advies?
Indien u vragen heeft over uw letselschade of hulp nodig heeft bij het vaststellen van aansprakelijkheid of begroten en verhalen van uw letselschade, neemt u dan gerust contact op met onze letselschade advocaat.

Ons kantoor heeft veel ervaring in het afhandelen van letselschades en kan namens u uw schade claimen bij de wederpartij of verzekeraar. Wanneer dat nodig is werken wij samen met collega advocaten in het buitenland.

Vanaf 1 juli 2019: telefoonverbod op de fiets

Je zag het tot nu toe overal: fietsers die onderweg druk bezig zijn met appen, scrollen, navigeren of bellen. Afgelopen jaar werd bekendgemaakt dat het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 wordt aangepast, om ook het telefoongebruik op de fiets te verbieden. Vandaag, 1 juli 2019, is het dan zover: je mag niet meer op de fiets je telefoon gebruiken. Doe je dat wel? Dan kan dit je een boete opleveren van 95 euro. 

Alle voertuigen
Al langer was het verboden om gebruik te maken van je telefoon bij het besturen van een auto. Vanaf vandaag is dat uitgebreid naar alle voertuigen. Ook trambestuurders, bestuurders van gehandicaptenvoertuigen en fietsers mogen hun telefoon niet meer (actief) gebruiken als ze onderweg zijn.

Wat mag niet?
De wetswijziging verbiedt fietsers hun telefoon vast te houden tijdens het fietsen. Op deze manier wil de regering voorkomen dat je bijvoorbeeld WhatsApp-berichten verstuurt of op Google Maps kijkt tijdens het fietsen en daardoor niet meer op de weg let.

Omdat de wet het vasthouden van een telefoon verbiedt, kan je ook beboet worden als je het toestel ongebruikt in je hand vasthoudt. Fietsers moeten hun telefoon wegstoppen in een jas, broek, tas of telefoonhouder.

Boete
Het bedrag van de boete, 95 euro, is afgestemd op andere boetes die fietsers op dit moment al kunnen krijgen. Wie bijvoorbeeld door rood fietst kan een boete riskeren die ook 95 euro bedraagt.

Een fietser met een telefoon in zijn hand wordt minder hoog beboet dan een automobilist. Die laatste kan namelijk een boete krijgen van 240 euro. Dat komt door de gevaren die erbij komen kijken. Een automobilist die niet meer oplet, kan meer schade aanrichten dan een fietser.

Wat mag wel?
Als je op de fiets zit mag je nog wel handsfree navigeren en muziek luisteren. Dit kan door gebruik te maken van een koptelefoon of oordopjes waarmee je de telefoon bedient. Let hierbij op dat je nog wel in staat moet zijn het omgevingsgeluid te horen. Dit kan door maar 1 oordopje te gebruiken of het volume laag te zetten. Ook kan je de telefoon in een houdertje zetten die aan je fiets bevestigd zit.

Als je stilstaat met je fiets mag je natuurlijk wel gewoon je telefoon vasthouden en gebruiken.

Kinderen
Er geldt geen minimumleeftijd voor de boete van het telefoonverbod op de fiets. Kinderen die worden betrapt zullen net als volwassen ook gewoon een boete krijgen. Al zullen het waarschijnlijk de ouders zijn die de boete betalen. Bij kinderen onder de 16 jaar wordt het boetebedrag gehalveerd. Kinderen onder de 12 jaar kunnen niet zomaar een boete krijgen.

Campagne
Het telefoonverbod op de fiets wordt ondersteund door de campagne ‘laat je telefoon lekker zitten en hou 95 euro in je zak’ die afgelopen vrijdag werd gelanceerd. De campagne is onderdeel van de brede MONO-campagne die al langer loopt en bestuurders wijst op het gevaar van afleiding in het verkeer.

Bron: Rijksoverheid.nl

Minister Cora van Nieuwenhuizen: “In het verkeer zit een ongeluk in een klein hoekje. Daarom is het voor alle verkeersdeelnemers, ook fietsers, belangrijk dat ze hun aandacht en ogen op de weg houden en niet op het scherm van hun telefoon. We denken vaak dat we kunnen multitasken in het verkeer, maar dat kunnen we niet. Rij dus Mono. Mijn oproep aan alle fietsers is helder: hou je mobieltje en 95 euro in je zak”.

Contact met letselschadeadvocaat
Heb je schade en/of letsel opgelopen door een ongeluk in het verkeer? Bijvoorbeeld doordat iemand niet oplet  doordat hij of zij was afgeleid door zijn of haar mobiele telefoon? Neem dan vrijblijvend contact op met onze letselschade advocaat om te bespreken wat zij voor jou zou kunnen betekenen.

Volledige schadevergoeding voor beroeps- of dienstplichtig militairen

Beroeps- of dienstplichtig militairen die uitgezonden zijn en te maken hebben met lichamelijk of geestelijk letsel door hun gevaarlijke werk tijdens de uitzending kunnen recht hebben op een volledige schadevergoeding. De bekendste diagnose op het gebied van missie-gerelateerde klachten is de posttraumatische stress-stoornis. Ook kan een militair fysiek gewond zijn geraakt en bijvoorbeeld ledematen missen.

Uitvoeringsregeling Volledige Schadevergoeding
Na een jarenlange strijd tussen het ministerie van Defensie en vele belanghebbenden, zoals militaire vakbonden, over de vraag of Defensie verantwoordelijk is voor de letselschade van veteranen, is in 2004 de Uitvoeringsregeling volledige schadevergoeding (UVS) vastgesteld. Met het regelen van volledige schadevergoeding voor het letsel van militairen wil de minister van Defensie zijn waardering uitspreken voor de inzet van militairen tijdens oorlogsomstandigheden of een crisisbeheersingsoperatie als gevolg waarvan bij hen letsel is vastgesteld. De uitvoeringsregeling beschrijft welke invulling moet worden gegeven aan de volledige schadevergoeding en heeft als doel de schadeafhandeling te vereenvoudigen en te versnellen. Er hoeft dus geen schadeclaimprocedure meer ingesteld te worden bij de rechter zoals dat voorheen wel nodig was.

Wie komt in aanmerking?
Om recht te hebben op de volledige schadevergoeding moet er worden voldaan aan een aantal voorwaarden. Deze staan vermeld in de uitvoeringsregeling. In hoofdlijnen komt het er op neer dat de beroepsmilitair, de reservist en de nabestaande(n) van de militair bij wie blijvende invaliditeit is vastgesteld, hun schade kunnen claimen. De volledige schadevergoeding is altijd een aanvulling op één van de volgende voorzieningen waar eerst aanspraak op moet worden gemaakt:

  • De Wet Langdurige zorg;
  • De Wet maatschappelijke ondersteuning;
  • Een WIA-uitkering;
  • Rechtspositionele voorzieningen, zoals het militaire invaliditeitspensioen.

Het DienstenCentrum Juridische Dienstverlening beoordeelt de letselschadeclaim namens de minister van Defensie. Dit dienstencentrum van Defensie beoordeelt of het ministerie aansprakelijk is, en of er recht op schadevergoeding bestaat.

Welke schade?
De aard en het letsel zijn bepalend voor de vaststelling van de hoogte en de omvang (welke schadeposten) van de schade. De schade wordt vastgesteld door een vergelijking te maken tussen enerzijds de situatie zonder en met de schadeveroorzakende gebeurtenis. Het gaat dan om een vergelijking van de huidige situatie met de denkbeeldige situatie waarin er geen sprake zou zijn geweest van de schadeveroorzakende situatie en er dus geen sprake is van letsel.

Veel voorkomende schadeposten die worden gevorderd zijn de schade door verlies aan arbeidsvermogen, huishoudelijke hulp, verlies aan zelfwerkzaamheid, medische kosten en reiskosten. Ook kan een vergoeding worden gevraagd voor de geleden immateriële schade (smartengeld).

Contact letselschade advocaat

Indien u wilt weten of u in aanmerking komt voor een volledige schadevergoeding of vragen heeft over de uitvoeringsregeling volledige schadevergoeding, neem dan contact op met onze letselschade advocaat. De juridische kosten worden tot een bepaalde hoogte gedekt door Defensie. Mogelijk kunt u hierdoor kosteloos gebruikmaken van onze diensten.

 

 

In het kader van Veteranendag: een cliënt van ons vertelt over zijn werk voor Defensie en het trauma dat hij opliep

 

Onlangs is een cliënt van ons kantoor, Ismail (42 jaar), geïnterviewd door Gemeente Amsterdam in het kader van de Amsterdamse Veteranendag die op 15 juni 2019 werd gehouden. In het interview vertelt hij over zijn werk bij Defensie. Wij staan hem bij in de zaak die hij voert tegen zijn voormalig werkgever, het ministerie van Defensie.  Door zijn werk voor Defensie kampt Ismail met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Ons kantoor helpt hem zijn letselschade te verhalen.

Veteraan met een oorlogstrauma
Ismail is twee keer door Defensie op uitzending gestuurd. In 2001 naar Bosnië en in 2004 naar Irak. De eerste uitzending betrof een gevechtsmissie, maar het voornaamste doel was het brengen van rust. De tweede missie in Irak was compleet anders en heeft Ismail veranderd. Volgens hem was de missie naar Bosnië te vergelijken met een uitgedoofde vulkaan en was de missie naar Irak te vergelijken met een vulkaan in uitbarsting. Als in 2006 de kazerne in Nederland sluit waar Ismail is gestationeerd, wordt hij steeds meer achtervolgd door zijn heftige ervaringen. Ismail heeft PTSS door een oorlogstrauma. Hij kreeg en krijgt hiervoor hulp van verschillende organisaties die zich inzetten voor veteranen die kampen met klachten door oorlogstrauma.

Amsterdamse Veteranendag 2019
Zaterdag 15 juni was het Amsterdamse Veteranendag. De gemeente Amsterdam bedankt op deze dag alle Amsterdamse veteranen voor hun inzet voor de vrede, zowel nu als in het verleden. Tijdens het jaarlijkse evenement zijn er toespraken en optredens, waarvoor alle Amsterdammers uitgenodigd zijn. Daarna is er altijd een besloten receptie in het stadhuis. De gemeente Amsterdam organiseert de dag samen met Amsterdamse veteranen. Zo ook met Ismail, die inmiddels een Amsterdamse veteraan is.

Nederlandse Veteranendag 2019
Zaterdag 29 juni aanstaande is het Nederlandse Veteranendag. Nederland bedankt tijdens dit nationale evenement in Den Haag alle (meer dan 110.000) veteranen die momenteel of in het verleden zijn ingezet in dienst van de vrede. Iedereen mag hier bij zijn: hoe meer, hoe beter.

Contact letselschade advocaat
Bent u als beroeps- of dienstplichtig militair uitgezonden en heeft u te maken met lichamelijk of geestelijk letsel door uw uitzending? Mogelijk heeft u recht op een volledige schadevergoeding. Indien u contact met ons opneemt kunt u deze vraag voorleggen aan onze letselschade advocaat.

Lees ook het blogartikel: ‘Volledige schadevergoeding voor beroeps- of dienstplichtig militairen’ voor meer informatie over het recht op volledige schadevergoeding voor beroeps- of dienstplichtige militairen met letsel.

Dank voor al je ondersteuning en het zo fijn behandelen van mijn zaak

Dank voor al je ondersteuning en het zo fijn behandelen van mijn zaak, niets dan lof!

Mario