Spetter letselschade

Persoonlijk Onderzoek door de verzekeraar, wat mag?

Wanneer een verzekeraar een persoonlijk onderzoek verricht naar een verzekerde dient deze de regels van de Gedragscode in acht te nemen. Het Verbond van Verzekeraars heeft een Gedragscode Persoonlijk Onderzoek opgesteld. Deze code is dus een vorm van zelfregulering. Hierin zijn o.a. de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit opgenomen. De gedragscode vindt haar aansluiting bij de bestaande wetgeving over privacy.

Een persoonlijk onderzoek kan alleen plaatsvinden als de verzekerde weigert medewerking te verlenen bij het verzamelen van de juiste informatie met betrekking tot zijn verzekering. Anders is zo’n onderzoek onrechtmatig en levert het een ernstige inbreuk op de levenssfeer  van de verzekerde. Het verzamelde bewijs kan in dat geval niet worden meer worden gebruikt, aldus de Hoge Raad in haar arrest ECLI:NL:HR:2014:942.

Het arrest (Achmea/Verweerder)
In dit arrest  ging het om een verzekerde van Interpolis (de rechtsvoorgangster van Achmea). Op grond van de door hem afgesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) ontving hij een arbeidsongeschiktheidsuitkering.  Interpolis had vragen, maar legde die niet eerst voor aan de verzekerde en stelde direct een persoonlijk onderzoek in. Dit onderzoek werd uitgevoerd door een extern onderzoekbureau. Omdat uit het onderzoek zou blijken dat de verzekerde bewust onjuiste informatie had versterkt, beëindigde Interpolis de uitkering. Interpolis vorderde de reeds betaalde uitkering en vergoeding van de kosten die gemaakt waren van het onderzoeksrapport.

In de procedure bij de Hoge Raad kwam aan de orde of de uitkomst van het persoonlijk onderzoek naar verzekeringsfraude als bewijs mocht worden gebruikt. Het Hof vond van niet. Ter motivering wees het Hof naar de Gedragscode waarin proportionaliteit en subsidiariteit verankerd liggen.  Dit persoonlijk onderzoek leverde een schending van de in de Gedragscode vastgelegde beginselen.

Volgens het Hof mocht de verzekeraar pas tot dit onderzoek overgaan wanneer de verzekerde zijn  medewerking weigerde, wat hier niet het geval bleek.   Ook vond het Hof dat Interpolis geen redelijk vermoeden had van structurele misleiding door de verzekerde. Daarom was het  verworven bewijs onrechtmatig verkregen en mocht dit niet worden gebruikt.

Uitspraak
Interpolis was het niet eens met de uitspraak van het Hof en ging in cassatie bij de Hoge Raad. Deze bevestigde de uitspraak van het Hof en veroordeelde Interpolis in de kosten van het cassatieberoep.
http://bit.ly/1fxDe8j