Verruiming recht vrije advocaatkeuze
Op 14 mei 2020 heeft het Europese Hof van Justitie een interessante uitspraak gewezen voor consumenten met een rechtsbijstand verzekering. Het Hof gaat in deze uitspraak in op het recht op vrije advocaatkeuze (ECLI:EU:C:2020:372). Het moment waarop een verzekerde daarop recht heeft, lijkt met deze uitspraak te zijn verruimd. Dat is goed nieuws voor mensen met zo’n verzekering.
Zo’n 2,5 miljoen Nederlanders hebben een rechtsbijstandsverzekering. Veel rechtsbijstandsverzekeraars hebben als uitgangspunt dat een verzekerde wordt geholpen door één van de juristen of advocaten die bij hen in dienst zijn.
Op het moment dat een gerechtelijke procedure gestart moet worden of tegen een verzekerde wordt gestart, heeft de verzekerde twee keuzes: hij kan zich bij laten staan door één van de juristen/advocaten in dienst van de rechtsbijstandsverzekeraar of hij kan zelf een (externe) advocaat inschakelen op kosten van zijn verzekeraar. Dit laatste is de vrije advocaatkeuze.
Vrije keuze ook in fase voorafgaand aan een eventuele procedure
Met de uitspraak van het Hof van 14 mei 2020 wordt het recht op vrije advocaatkeuze aanzienlijk verruimd. Het Hof heeft overweegt dat een verzekerde het recht op vrije advocaatkeuze heeft voor het buitengerechtelijke traject, oftewel de fase voorafgaand aan een (eventuele) juridische procedure. Dit recht op vrije advocaatkeuze bestond al ingeval er een procedure gevoerd moest worden. Een verzekerde mag dus zelf zijn advocaat in de arm nemen in een procedure en de rechtsbijstandverzekering moet zijn kosten vergoeden.
Het Hof overweegt: “Elke fase die kan leiden tot een procedure bij een rechterlijke instantie, zelfs een voorafgaande fase, moet worden geacht onder het begrip “gerechtelijke procedure” te vallen in de zin van art. 201 van richtlijn 2009/138 te vallen”.
Een rechtsbijstand verzekerde heeft dus in iedere fase die kan leiden tot een procedure bij een rechterlijke instantie het recht op vrije advocaatkeuze op kosten van zijn rechtsbijstandsverzekeraar.
Wat betekent dit voor letselschadezaken?
In letselschadezaken waarin de aansprakelijkheid reeds is erkend, is het mogelijk om de redelijke kosten van rechtsbijstand te verhalen op de tegenpartij. Wanneer de aansprakelijkheid (nog) niet is erkend, moet het slachtoffer deze zelf betalen/voorschieten.
De uitspraak van het Europese Hof is dus met name voor die kwesties waarin de aansprakelijkheid ter discussie staat relevant. Wanneer het slachtoffer een rechtsbijstandverzekering heeft, kan deze alsnog een gespecialiseerd advocaat inschakelen op kosten van zijn rechtsbijstand verzekeraar. Deze kosten zullen – gelet op de uitspraak van het Hof – voortaan te verhalen zijn op de rechtsbijstandsverzekeraar. Dit geldt ook voor de vergoeding van de kosten ná een procedure.
Het Nederlandse Verbond van Verzekeraars heeft inmiddels gereageerd op de uitspraak van het Europese Hof en stelt dat deze uitspraak niet van toepassing is op Nederlandse rechtsbijstandsverzekeringen. De regel wordt weliswaar ruimer uitgelegd, maar dit ligt volgens de branchevereniging uiteindelijk aan een verschil tussen het Belgische en Nederlandse systeem. Het laatste woord is hier nog niet over gezegd.
Er is in het afgelopen decennium veel gediscussieerd en geprocedeerd tussen rechtzoekenden en verzekeraars over de vrije advocaatkeuze. In 2013 bepaalde de rechter al dat de vrije advocaatkeuze ook van kracht is als procesvertegenwoordiging niet verplicht is. In 2016 bepaalde het Europese Hof van Justitie in een Nederlandse arbeidsrechtskwestie dat ook bij ontslagprocedures bij het UWV en bij bezwaarprocedures in het bestuursrecht het recht van vrije advocaatkeuze geldt. Meer informatie over deze uitspraken vindt u op onze pagina Rechtsbijstandsverzekering.
Iedereen kan te maken krijgen met een juridisch geschil. Heeft u een juridisch geschil, bijvoorbeeld over de erkenning van de aansprakelijkheid voor het ongeval dat u is overkomen, en wenst u uw zaak te laten behandelen door een gespecialiseerd advocaat? Neemt u dan gerust contact met ons op.