Wegbeheerder aansprakelijk voor val fietsertje door scheur in wegdek?
Gemeente aansprakelijk voor letselschade fietsertje
Een meisje (10) fietst in Den Haag met een vriendin op de bagagedrager vanaf het strand omlaag, richting Wassenaar. Zij lijdt forse letselschade wanneer zij ten val komt door een scheur van vijf meter lang in het wegdek van het geasfalteerde fietspad. De moeder van het meisje stelt de gemeente aansprakelijk voor het ongeval en de daaruit voortvloeiende letselschade van haar dochter. De rechtbank wijst de schadeclaim af. Het hof stelt de moeder in hoger beroep wel in het gelijk. Het hof hecht grote waarde aan de rapportage van de verkeersongevallen deskundige die de moeder heeft ingeschakeld.
Rechter wijst schadeclaim af ondanks rapportage
De moeder van het jonge fietsslachtoffer en haar letselschade advocaat voeren bij de kantonrechter aan dat er sprake was van gebrekkige opstal en dat de gemeente als wegbeheerder daarom aansprakelijk is voor de letselschade van het meisje. De rechtbank wijst de schadeclaim af: de toedracht van het ongeval staat niet vast en de gemeente heeft het fietspad voldoende onderhouden, zo is het oordeel. De rechtbank gaat hiermee voorbij aan de rapportage van de verkeersongevallen deskundige die de moeder van het slachtoffer inschakelde. Hierin staat dat het fietspad zonder meer gebrekkig is en de staat van onderhoud potentieel gevaar van vallen met zich meebrengt.
Hof hecht waarde aan onderzoek deskundige
De moeder gaat in hoger beroep en het hof stelt haar wel in het gelijk. De rapportage van de verkeersongevallen deskundige die de moeder heeft ingeschakeld, is van doorslaggevend belang voor de totstandkoming van het oordeel van het hof.
Volgens het onderzoek van de deskundige voldeed het drukke fietspad ten tijde van het ongeval niet aan de eisen die verkeersdeelnemers mogen stellen aan het wegdek om serieus valgevaar door bijvoorbeeld oneffenheden te voorkomen. Het wegdek van het fietspad was beschadigd en had er niet zo mogen bijliggen, concludeert de deskundige.
Het hof gaat met de onderzoeker mee en stelt dat voldoende vaststaat dat het meisje is gevallen door de scheur in het wegdek. Uit getuigenverklaringen blijkt ook niet dat het meisje onoplettend of onvoorzichtig heeft gehandeld. Er is volgens het hof dan ook geen sprake van eigen schuld in de zin van art.6:101 BW.
Deskundige en letselschade advocaat inschakelen
Wie de wet niet kent, laat zich mogelijk snel afschepen. Gevallen door een scheur in het wegdek? Dan had het slachtoffer misschien beter moeten opletten. Een letselschade advocaat weet wat de rechten van een verkeersslachtoffer zijn en kan bijvoorbeeld adviseren om een deskundige in te schakelen.
Een letselschade advocaat kan goed inschatten of het zinvol is om een rapportage te laten opstellen. In dit geval heeft het onderzoek van de ongevallendeskundige ertoe geleid dat de moeder van het jonge slachtoffer in hoger beroep in het gelijk is gesteld. De deskundige kon aantonen dat het fietspad niet voldeed aan de richtlijnen van het CROW, de onafhankelijke kennisorganisatie op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte en verkeer en vervoer voor onder meer (decentrale) overheden. ‘De kans is zeer groot dat het meisje over deze scheurvorming heeft gereden. De aard en vorm van de scheurvorming kan zeer wel hebben geleid tot het in onbalans raken en de uiteindelijke val,’ aldus de rapportage.
Gemeente als wegbeheerder aansprakelijk voor letselschade
De wegbeheerder heeft volgens de Wegenwet de plicht om het wegdek van een fietspad in goede conditie te houden. De Wegenwet bepaalt ook dat de gemeente ervoor moet zorgen dat wegen binnen haar gebied in goede staat verkeren en dat ze voldoen aan eisen ten aanzien van de kwaliteit van het wegdek, de veiligheid van de omgeving en de zichtbaarheid van obstakels en gevaarlijke beschadigingen. Voldoet het wegdek niet aan de eisen en komt u daardoor ten val? Dan is de gemeente aansprakelijk te stellen voor uw letselschade.
Heeft u vragen over letselschade na een ongeval, neem dan contact met ons op.
Uitspraak: Hof Den Haag, 17 mei 2016
ECLI nummer: ECLI:NL:GHDHA:2016:1350